De NAVO-top in Den Haag deze week gaat vooral over meer geld naar het leger. Hoe kijken inwoners van Noord-Nederland daar tegenaan? En zijn ze voorbereid op een crisis, hebben ze een noodpakket in huis? Dit zijn de resultaten van een enquête onder 1250 Groningers, Friezen en Drenten.
De oproep van NAVO-baas Mark Rutte eind vorig jaar om je (geestelijk) voor te bereiden op een oorlog is in het Noorden niet aan dovemansoren gericht geweest. Groningen, Friesland en Drenthe hebben massaal noodpakketten ingeslagen of in elk geval delen van een noodpakket, zoals water, lucifers, houdbaar voedsel, batterijen, zaklamp, radio en contant geld. Dat blijkt uit een enquête van Dagblad van het Noorden en Leeuwarden Courant onder lezers van beide kranten.
In de drie noordelijke provincies zijn mensen zich bewuster geworden om zich voor te bereiden op noodsituaties. Niet alleen op een militair conflict met Rusland of cyberaanvallen, maar ook op andere crisissituaties, zoals in april toen plotseling de stroom uitviel in grote delen van Spanje en Portugal. Chaos in het land, de schrik zat er opeens goed in.
Drie op de vijf noorderlingen hebben inmiddels goederen voor een noodpakket aangeschaft. Een op de vijf heeft zelfs een compleet noodpakket samengesteld om het minimaal drie dagen vol te houden. De meeste inwoners van Groningen, Friesland en Drenthe (88 procent) hebben lucifers of aanstekers in huis, maar ook kaarsen, een zaklamp, batterijen en een EHBO-doos. Dat zijn wel spullen die de meeste mensen sowieso al hebben.
Opmerkelijk is dat 77 procent houdbaar voedsel en 66 procent flessen water heeft ingeslagen en 50 procent beschikt over een radio op batterijen en een opgeladen powerbank. Die percentages lagen een half jaar geleden aanzienlijk lager, toen deze krant daar ook onderzoek naar liet doen.
Een ander advies van de overheid is om voldoende contant geld in huis te hebben. Van de ondervraagden legt 57 procent minimaal 100 euro in papiergeld opzij. Het overige deel heeft tot 200 euro of meer aan cash achter de hand. De meeste mensen hebben voorbereidingen getroffen voor zichzelf of het eigen gezin, maar 41 procent denkt ook aan een ander. Opvallend, vooral 60-plussers houden rekening met de buren.
Zes op de tien noorderlingen zijn (enigszins) bang dat er een oorlog uitbreekt waarbij Nederland betrokken is. Dat is evenveel als begin dit jaar. Vrouwen (72 procent) blijken meer angst voor oorlog te hebben dan mannen (56 procent). Een gewapend conflict op Nederlands grondgebied acht slechts 13 procent waarschijnlijk. Wel verwachten de meeste mensen in het Noorden binnen vijf jaar een cyberaanval, waarbij vitale voorzieningen worden lam gelegd. Dat geldt ook voor een grote technische storing die niet door een oorlog wordt veroorzaakt, zoals de stroomstoring in Spanje en Portugal.
Steun voor geld Defensie
De toegenomen geopolitieke spanningen, cyberdreigingen en de afnemende Europese steun van de Amerikaanse president Trump leiden ertoe dat het Rijk 3,5 procent van het bruto binnenlands product (16 miljard euro) aan Defensie wil uitgeven. En nog eens 1,5 procent (3 miljard) wil steken in infrastructuur (wegen, vliegvelden, spoor en havens) waar ook de krijgsmacht van profiteert. Van de noorderlingen steunt 79 procent de richtlijn van 3,5 procent en 36 procent staat achter de norm van 5 procent.
Goede voorbeeld
Nederland geeft daarmee als gastland van de NAVO-top deze week het goede voorbeeld voor andere landen om ook aan deze norm te voldoen, meent 44 procent van de ondervraagden in Groningen, Friesland en Drenthe. Zo’n 30 procent vindt dat deze investeringen los moeten staan van het organiseren van een NAVO-bijeenkomst in eigen land.
De enquête is tussen 3 en 12 juni uitgevoerd door Enigma Research in opdracht van Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant. Ruim 1250 lezers van 30 jaar en ouder vulden de vragenlijst in. Representatief verdeeld naar geslacht, leeftijdsgroep en provincie. De onderzoekers maakten gebruik van het RegioNoordPanel, dat bestaat uit lezers van beide kranten. Ook overige lezers van de krant, website en app van beide uitgaven deden mee aan de enquête. Volgens Enigma Research is met een betrouwbaarheid van 95 procent te concluderen dat de uitkomsten minimaal afwijken van de werkelijke situatie.
Bron: DVHN
Gepubliceerd: 23-06-2025